Ga naar de hoofdinhoud

Schoonheidsideale wenkbrauwen – Een nooit eindigend verhaal

Schönheitsideal Augenbrauen – A neverending story

Schoonheidsidealen komen en gaan – zelfs als het om wenkbrauwen gaat. Op dit moment is compact en volumineus à la Cara Delevingne populair, maar dat is niet altijd zo geweest. Bijna geen enkel ander deel van het gezicht heeft het schoonheidsideaal zo vaak en fundamenteel zien veranderen als de wenkbrauwen.

Als een oude Griekse of Romeinse vrouw zich in 2017 zou bevinden, zou ze op zijn minst één ding kennen: dikke, donkere en perfect gebogen wenkbrauwen. Omdat niet alle mensen in de zuidelijke streken er van nature mee gezegend waren, schoren en plukten de mensen zich hier eenvoudigweg en voegden er veel donkere verf aan toe. De ommekeer vond plaats in de Middeleeuwen en de Renaissance, en wenkbrauwen die zo dun en licht mogelijk waren, werden nu als wenselijk beschouwd. Waar tegenwoordig wenkbrauwserum de groei stimuleert, gebruikten dames destijds walnootolie om dit te voorkomen. In de barok- en rococo-tijdperken werd alles weer veel uitbundiger: kleding, eten, kapsels en wenkbrauwen. Deze laatste werden ook vaak kunstmatig gemaakt van muizenbont. Geen grapje! Het hebben van wenkbrauwen is de moeder van de uitvinding.

In de 20e eeuw zagen wenkbrauwen bijna elk decennium een ​​nieuwe definitie van ‘mooi’. Terwijl natuurlijkheid in de jaren 1910 nog steeds de boventoon voerde, geldt vanaf de Roaring Twenties: hoe dunner, hoe beter. De wenkbrauwen waren extreem geëpileerd of geschoren en geverfd met een donkere kleur tot ver buiten hun natuurlijke einde. Dat bleef zo ​​in de jaren dertig en werd dankzij Marlene Dietrich een megatrend. Tijdens de onrust van de Tweede Wereldoorlog moesten vrouwen zich zorgen maken over andere zaken dan hun uiterlijk en zo werd de wenkbrauwlook weer natuurlijker. In de jaren vijftig beleefde make-up een renaissance en werden de wenkbrauwen zeer sterk benadrukt - om in de Swinging Sixties weer smaller en onopvallender te worden zodat ze niet de show stalen van de uiterst opvallende eyeliner en (nep)wimpers . Ook de discochicks uit de jaren zeventig bleven trouw aan hun dunne wenkbrauwen. ‘Anything goes’ was het motto in de jaren tachtig en sterren als Madonna en actrice Brooke Shields maakten indruk met megavolumineuze wenkbrauwen die zelfs Cara Delevingne zouden doen verbleken van jaloezie. Toen kwamen de jaren negentig en daarmee een nieuwe wenkbrauwtrend. Mensen plukten, schoren, schilderden en verfden zoveel ze konden. Vooral in de technoscene waren er soms nogal twijfelachtige kleurexperimenten. Het is maar goed dat we ons momenteel in meer natuurlijke tijden bevinden. Maar je weet nu: geen enkele trend duurt eeuwig. Laten we eens kijken wat ons de komende tien jaar te wachten staat...